donderdag 29 oktober 2015

De biecht van Steven Vanackere

Vorig jaar nam Mieke Dumont, journalist bij Focus-WTV, de publieke biecht af van wielerjournalist Rik Vanwalleghem.
Dit jaar, op donderdag 26 november, is ex-minister Steven Vanackere aan de beurt. Mieke laat vier verrassende gasten mee aanschuiven aan tafel en samen gaan ze op zoek naar de gekende en ongekende passies van Steven Vanackere.
Het wordt een bijzondere en originele gespreksavond. 
Steven Vanackere verleent zijn volle medewerking en laat je graag in zijn hoofd en in zijn hart kijken.

Steven, je bent geboren in Wevelgem, maar heb je er nog concrete herinneringen aan?
Mijn ouders woonden al in Sint-Stevens-Woluwe, bij Brussel, toen ik op de wereld kwam. Toch wilde mijn moeder, Anna Wallays, liever in Wevelgem bevallen. Ze had daar immers zes zusters, en dus ook meer familiale steun. Ik ben blij dat er daardoor Wevelgem op mijn identiteitskaart staat.

Blij? Hoezo?
Omdat het ook echt over mijn identiteit gaat. In Brussel heb ik me altijd als West-Vlaming gezien. Onze thuistaal bleef het West-Vlaams. Ook nu nog schakel ik aan de telefoon – soms tot verbazing van omstaanders – over in het West-Vlaams als ik één van mijn broers of mijn zus aan de lijn krijg. Ook al zitten daar ongetwijfeld heel wat klanken en woorden uit het Algemeen Nederlands bij.

En toen je wat ouder was, ben je toch nog even in West-Vlaanderen komen wonen?
Dat klopt. Toen ik 15 was, woonde ik in Brugge, terwijl mijn vader gouverneur was. Na zijn plotse dood in 1979, kort na zijn benoeming, leefde ik nog even met mijn moeder in Wevelgem. Ik liep toen school in het Sint-Amandscollege in Kortrijk. Het verlies van een jonge vader – mijn vader is maar 52 geworden – was een zware beproeving voor ons gezin.

In 2011 leek het erop dat je je vader zou opvolgen als gouverneur van West-Vlaanderen. Was het de herinnering aan je vader die je dreef?
Elk kind zoekt de ogen van zijn ouders, ook als ze er niet meer zijn. Psychologen zullen er dus wel het hunne van denken. Maar nee, ik was begeesterd om gouverneur van onze provincie te worden omwille van de job zelf. Een prachtige opdracht, sterk gericht op mensen en hun concrete ambities en zorgen. Een gouverneur moet ook heel wat mensen en bevoegdheidsniveaus doen samenwerken, en ik denk dat ik dat nogal goed kan. Maar uiteindelijk vroeg Wouter Beke me vrij uitdrukkelijk om toch nog voort te doen als minister en ik heb daar ja op gezegd. Eens een keuze is gemaakt, is het niet zinvol om er met te veel spijt op terug te kijken.

Zou je het ook in een andere provincie gedaan hebben?
Neen. Geen sprake van. Je kunt de jongen uit West-Vlaanderen halen. Maar niet West-Vlaanderen uit de jongen.

Zijn er bepaalde plaatsen die je je herinnert of waar je nog wel eens komt?
Mijn geboorteplek huisvest vandaag het rust- en verzorgingstehuis Sint-Camillus, waar mijn doopmeter nu leeft. Ik kom er af en toe op bezoek. Als ik het graf van mijn ouders bezoek, rijd ik ook wel eens langs de grootouderlijke woningen, uit een stukje nostalgie. En als je uit een grote familie stamt, met vele nonkels en tantes, heb je meteen ook een heel pak neven en nichten. Die zijn bijna allemaal in West-Vlaanderen gebleven. De laatste bij wie ik nog een gezellig glas ben gaan drinken, is mijn kozijn Frans Debonne, die in de pittoreske Priesterage in Zwevegem woont.

Als Vlaams welzijnsminister heb je nog een hele reeks zogenaamde VIPA-goedkeuringen kunnen afleveren. Voor onze provincie was dat een welgekomen inhaaloperatie wat betreft steun voor de zorg en welzijnsinfrastructuur. Stoort het niet dat het dan opvolgers zijn die de inhuldiging van een nieuw rusthuis kunnen meemaken?
Wie dat niet kan verdragen, begrijpt niet waar politiek over gaat. West-Vlaanderen had toen ook heel veel plannen in de steigers, en ik vind het net formidabel om zien hoeveel van deze plannen voor woonzorgcentra en ziekenhuizen ook in praktijk zijn omgezet. Al moet er in deze provincie ook veel aandacht gaan naar thuiszorg en ondersteuning van mantelzorgers. Daar is nog werk aan.

Als minister van buitenlandse zaken ontmoette je vast veel wereldfiguren. Zijn er personen die bijzondere indruk op je hebben gemaakt?
Zeker. Het was een beklijvende tijd. Meestal was ik te geconcentreerd op wat ik voor België voor elkaar wilde krijgen om er alle verdiende aandacht aan te geven. Maar het doet natuurlijk iets als je in een positie bent waarin je Hillary Clinton met een opmerking een hartelijke lach kunt ontlokken. Bij veel buitenlandse verplaatsingen, zeker de economische missies, was ik vaak in het gezelschap van West-Vlamingen, vermits daar nogal wat ondernemersbloed stroomt. Maar telkens ontmoette ik ook gewone, moedige mensen, leraars, zorgverstrekkers, allerlei personen die de wereld beter willen maken. En vaak genoeg… ging dat ook over mensen met West-Vlaamse wortels. (glimlacht)

Hoe ervaar je wonen in Brussel? Krijg je nooit zin om weer naar het relatief rustige Wevelgem terug te keren? Of helemaal op het platteland te gaan wonen?
Er scheelt iets aan de clichés over Brussel. Het is geen plek waar je je levensverwachting met tien jaar vermindert, waar je altijd verdwaalt en waar niemand je verstaat. Ja, Brussel is een beetje weerbarstig. Je moet haar wat tijd gunnen. Maar voor wie van internationale ontmoetingen houdt, is het een prachtkans. Studeren in Brussel is iets wat ik (Vanackere is sinds 1 oktober academisch beheerder van de KU Leuven voor de campus Brussel geworden, nvdr.) elke jonge mens wil aanraden.

Maar het klopt toch dat je zelf ook een appartement aan zee hebt?
Inderdaad! In Blankenberge, waar ik als kind al tijdens zomervakanties naartoe ging. Nu is het vooral een rust- en studeerplek tijdens weekends. In het leven is alles een kwestie van evenwicht. Vandaag vind ik die in de combinatie van de grootstad en van de zee, die trouwens op haar best is in de winter, als het strand je wat alleen-zijn gunt.

Van studeren gesproken: de afgelopen twee jaar haalde je met glans het diploma van master in de wijsbegeerte. Wat bracht je daartoe?
Senator zijn is in ons land niet langer een voltijdse bezigheid. Met mijn boek ‘De eerste steen’ over de zeven hoofdzonden had ik me al gewaagd aan wat filosofische overwegingen, en ik wilde dieper gaan. Je mag jezelf nooit wijsmaken dat je niets meer kunt bijleren. Ik heb ook met opzet een onderwerp voor mijn masterproef gekozen (de mei ’68-filosoof Gilles Deleuze en Karl Marx, nvdr) dat nogal veraf staat van mijn eigen christendemocratische intuïties. Dan leer je nog het meest.

Wil die passie voor het studeren dan zeggen dat de politieke ambitie aan het wegdeemsteren is?
Absoluut niet! (lacht)

Praktisch
De biecht van Steven Vanackere
Mieke Dumont en vier verrassingsgasten gaan op zoek naar de ziel van de ex-minister
Donderdag 26 november om 20u15 in OC De Stekke
Inkomprijs: 10 euro
Reservatie: cultuurcentrum@wevelgem.be of 056 43 34 95
Organisatie: bibliotheek en cultuurcentrum Wevelgem

0 reactie(s):